De koers van je gedachten
Vaar je eigen levenskoers en zie jezelf als een schip op zee, jij bént dat schip. De boeg snijdt door het water terwijl achter je een hekgolf ontstaat; vóór het schip bestaat die niet, pas erachter wordt ze zichtbaar, hoorbaar, voelbaar, het levende bewijs van waar je bent geweest. In elk moment waarin je nu aanwezig bent, creëer je je verleden, maar vaak blijven we turen naar die golf, herkauwend wat al voorbij is, tot we vastlopen in dezelfde vaargeul. Of we doen het omgekeerde: we grijpen ons schip op en gooien het met ons denken vooruit in een toekomst die we niet kunnen zien. Dan varen we niet meer, we slingeren onszelf blindelings door de tijd. Je gedachten zijn de stromingen die je koers bepalen; ze kunnen je dragen of doen afdrijven, afhankelijk van waar je aandacht ligt. Leven is leren sturen tussen boeg en hekgolf, niet verdwalen in wat geweest is, niet verzuipen in wat komt, maar aanwezig blijven in dat dunne, levende water dat zich elke seconde opnieuw vormt onder je kiel.

Wanneer het verleden aan het roer draait
Wat gebeurt er wanneer we ons getriggerd voelen en de oude stormen in ons weer opsteken, die golf van boosheid, verontwaardiging, machteloosheid die plots door ons heen slaat? Het overkomt ons vaak in relaties, juist daar waar we het meest gehecht zijn, waar het meeste op het spel staat. Een denktrigger tilt ons schip in een fractie van een seconde op, als door een onzichtbare hand, en zet het terug op een oude koers. Opeens vaar je weer in het gebied waar het ooit begon: daar waar je afgewezen werd, gepest, misbruikt of simpelweg over het hoofd gezien. De zee van vroeger roert zich opnieuw, en het kind in jou voelt weer datzelfde gevaar. De vraag is dan: blijf je varen op deze oude levenskoers, of durf je de route te verleggen, het roer in handen te nemen en opnieuw richting te kiezen naar een zee die rustiger ademt? Alleen jij kunt dat beslissen, het is jouw schip, jouw route, jouw leven.
De reddingsboot van het kind in jou
Als kind leer je strategieën om te overleven, manieren om je staande te houden in een wereld die niet altijd veilig voelde. In de metafoor van het schip zijn dat de reddingsboten die aan je romp hangen, altijd binnen handbereik. Het zijn de plekken waar het kind in jou zich verstopte, bang maar slim, zoekend naar veiligheid. Elke boot heeft zijn eigen naam: de Stilte, als ik stil ben, blijven ze me lief vinden of word ik niet geraakt; de Aanpassing, als ik me schik, hoor ik erbij en word ik gezien; de Zelfdoener, als ik het alleen doe, kan niemand me teleurstellen; de Weter, als ik zelfverzekerd klink, stelt niemand lastige vragen. Zo heeft ieder mens zijn eigen kindboot, zorgvuldig gebouwd uit angst, verlangen en hoop. En terwijl het grote schip van ons leven verder vaart, blijven die boten hangen, oud maar nog bruikbaar. We zijn volwassen geworden, maar het kind in ons kruipt nog geregeld in zo’n boot, uit gewoonte, uit vrees, uit herinnering aan wat ooit werkte. Tot we ontdekken dat we niet langer hoeven te vluchten, maar kunnen blijven staan op het dek van ons eigen leven, met beide handen aan het roer.

Wanneer je brein het roer overneemt
Je brein kent geen tijd. Het weet niet dat je volwassen bent geworden, dat de storm al lang is gaan liggen. Zodra het iets herkent dat lijkt op vroeger gevaar, grijpt het in en trekt het aan de hendels van paniek. In een fractie van een seconde word je teruggeslingerd naar toen, naar het moment waarop je kinderlijke reddingsbootje je keer op keer uit de golven hield. Alleen, in het volwassen leven heb je die bootjes zelden nog nodig. Je kunt omgaan met wat er gebeurt, of zou dat kunnen, als je brein niet telkens de kapitein van boord zou duwen om zelf het roer over te nemen. En zo blijven we verscholen in oude strategieën: we houden ons klein, raken verlamd in aangepast gedrag, of compenseren met slimheid, luidheid, stilte, controle of redelijkheid. We vechten, vluchten of verstijven, vaak zonder te weten waarom. Zo varen we met een vaag geworden kaart, op een koers die ons uiteindelijk doet vastlopen. De weg terug begint bij het kind in ons dat ooit bang was: dat niet erkend, niet getroost, niet gezien werd. Dat kind wil niet méér begrijpen, maar gewoon even veilig zijn. Gezien worden. Vastgehouden worden. Tot het weer durft te spelen. Pas dan kan de kapitein opnieuw het roer nemen, het schip keren, en met rustige handen de koers hervinden die het leven weer bewoonbaar maakt.
Wanneer de mist optrekt
Je levenskoers verleggen begint niet met grote gebaren, maar met iets eenvoudigs: je ogen openhouden en rustig uitademen. Adem langer uit dan je inademt en vertel zo aan je lichaam dat het veilig is. De kapitein op de brug weet dat ook. Hij ziet in de verte iets groots, wits, dreigends, voelt zijn hartslag versnellen, zijn adem korter worden. Gevaar? In plaats van te vluchten vertraagt hij, neemt tijd om waar te nemen. Hij kijkt opnieuw, checkt zijn radar, ademt. Dan ziet hij het: geen ijsberg, geen obstakel, maar een mistbank. Hij ontspant, zakt iets door zijn knieën, voelt de spanning uit zijn schouders glijden en hervindt zijn koers. Zo werkt het ook in ons. Als we durven te vertragen, te kijken, te ademen, ontdekken we dat wat dreigend leek vaak gewoon mist is, oude angst, oud denken. Jij bent de kapitein van je schip. Jij kunt jezelf geruststellen, opnieuw richting geven, leren varen in vertrouwen. En waar je koers even vastloopt, ben je welkom om samen te kijken hoe je het vaarplan kunt bijstellen, zodat je weer vaart in kalm en helder water.
Praten met Marjanne aan de keukentafel of telefonisch altijd dichtbij
Soms weet je het even niet meer. Er is iets dat schuurt, iets wat aandacht vraagt, maar de woorden blijven uit. Dan helpt het om te praten met iemand die écht luistert, zonder oordeel, zonder haast. Iemand die ruimte maakt voor wat er in jou leeft. Precies dát bied ik bij Praten met Marjanne. Of je nu te maken hebt met verlies, verandering, relaties, ouder worden of vragen over het leven zelf, alles mag er zijn. Je hoeft niet precies te weten wat je wil bespreken. We beginnen gewoon met een gesprek: aan de keukentafel, via beeldbellen of telefonisch, wat voor jou prettig voelt. We kunnen elkaar ontmoeten bij mij aan de keukentafel in Drachten, of via beeldbellen of telefoon als je liever in je eigen vertrouwde omgeving blijft. Alles is goed, zolang jij je er prettig bij voelt. Na meer dan zeventig jaar levenservaring weet ik hoe belangrijk het is om gehoord te worden. Geen methodes of grote woorden, maar echte aandacht. Liefdevol, eenvoudig en op jouw tempo. Soms is één gesprek al genoeg om rust of helderheid te vinden.
Wil je praten met mij, Marjanne? Stuur me een WhatsApp via de knop op de website, of bel of mail me even kort wat er speelt. Ik reageer snel, en samen plannen we een moment dat bij jou past, overdag of ’s avonds. De koffie of thee staat klaar. Bij Praten met Marjanne mag praten en luisteren weer vanzelfsprekend zijn. Op jouw tempo, met echte aandacht en iets warms in je handen.
Warme groet, Marjanne

